Kerstvertelling 2018
Het is al jaar en dag een goede gewoonte om als hoofdkantoorcollega’s, los van de dagelijkse hectiek, vlak voor de kerstdagen in een sfeervolle ambiance bijeen te zijn. Kerst is dan ook een bijzondere tijd van het jaar. We komen samen met hen die ons dierbaar zijn, ontsteken kaarsen en pakken culinair flink uit. Kerst noopt tot bespiegeling. We blikken met rinse weemoed terug op het dan bijna vergangen jaar én we kijken vooruit.
Veel in de manier waarop we de kerstdagen doorbrengen, gaat terug op het kerstverhaal. Zoals gaandeweg blijkt, laat een aantal elementen zich vertalen naar onze tijd.
En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege keizer Augustus dat het gehele rijk moest worden ingeschreven. Ieder ging op weg, naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef toog van Nazareth in Galilea naar Bethlehem, in de landstreek Efratha in Judea. Hier, in de stad van David, liet hij zich inschrijven samen met Maria, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, bracht zij een zoon ter wereld, hun eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg of enig ander nachtverblijf in de stad¹.
In de omgeving van Bethlehem hielden herders de wacht bij hun kudde. Plots verscheen een engel van de Heer aan hen en werden ze omgeven door een stralend licht. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bevreesd, ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk ten deel zal vallen. Vandaag is voor jullie een redder geboren, de messias.’
’t Liep tegen het nieuwe jaar.
Vieren christenen met Kerstmis de geboorte van Jezus uit de vruchtbare schoot van Maria², in het liturgische jaar is Pasen het belangrijkste christelijke feest. Op Goede Vrijdag sterft Jezus aan het kruis. Vlak voor zijn kruisdood zit hij met zijn discipelen aan aan het laatste avondmaal. Hij zegent het brood, breekt het en geeft dit aan de discipelen. Daar ligt mogelijk al de oorsprong van ons woord kompaan of compagnon oftewel het Franse copain: degene met wie je je brood deelt. Bethlehem (Beit Lechem) betekent trouwens huis des broods. Ook reikt hij hen de beker met wijn aan. Kort hierna wordt hij gearresteerd. Judas Iskariot, die hem met een kus verraadt, ontvangt voor het onthullen van de identiteit van Jezus bloedgeld: 30 zilverlingen. De derde dag na zijn kruisiging – Pasen ¬– staat Jezus op uit de dood.
Jezus sprak van zichzelf als ‘het licht van de wereld’. Met Kerst ontsteken we kaarsen, versieren we de kerstboom en hangen we een kerstster op. Die kerstster symboliseert de Ster van Bethlehem, die de plaats markeerde waar Jezus was geboren. Het ontsteken van lichten gaat trouwens, net als de kerstboom en andere elementen, terug op voorchristelijke en Germaanse tradities. De Germanen vierden rond 21 december joelfeesten, waarbij het boze werd verjaagd en het licht werd begroet. Verschillende heidense elementen zijn mettertijd gekerstend. In toenemende mate heeft de commercie zich meester van de Kerst gemaakt en is hij losgezongen van zijn oorspronkelijke betekenis. Het was kruis of munt en het werd munt.
Zoals gezegd komen we tijdens de Kerstdagen vaak samen met onze naasten en gelijkgestemden. We bereiden een welvoorziene dis. Kook- en andere tijdschriften schetsen ons louter feestelijke taferelen met blije gezichten. Kerst maakt ons ook ruimhartiger. Niet voor niets is het in deze periode dat charitatieve instellingen een beroep doen op onze betrokkenheid bij nooddruftigen, waar ook ter wereld.
Kerst verbroedert en benadrukt de saamhorigheid, lotsverbondenheid. Dat geviel bijvoorbeeld ook in de Groote Oorlog. Rond Kerstmis 1914 maakten de weersomstandigheden oorlogshandelingen onmogelijk. Op initiatief van de manschappen in de zompige loopgraven vond ter gelegenheid van Kerstmis een verbroedering plaats tussen de soldaten van de strijdende partijen. Dit was met name het geval rond Ieper, op initiatief van de Duitse soldaten. Het was uiteraard geheel tegen de zin van de legerleiding, die in haar veilige hoofdkwartier geen benul had van de schrijnende, mensonterende omstandigheden ten velde. Een zekere spanning tussen de mensen aan het front en het hoofdkantoor is van alle tijden.
Ook Almelo heeft een vruchtbare schoot. Als je wieg in Almelo stond, heb je statistisch gezien de grootste kans om bekende Nederlander te worden. Vanwege de tijd noem ik nu alleen Tom Egbers, Herman Krikhaar, Hendrie Krüzen, Ilse de Lange, Loes Haverkort, Kirsten Wild, Daphne Bunskoek, Wubbo Ockels, Herman Finkers, Eddy Zoey, Berdien Stenberg en Marie Carmen Oudendijk. En dan is er uiteraard de familie Ten Cate zelf.
Ooit was TenCate hier een der vele textielbedrijven. Zo ook blijkens een anekdote van Herman Finkers: toen de telefonie nog in haar kinderschoenen stond, had elke abonnee in Almelo een eencijferig telefoonnummer. Er waren toen tien abonnees. Ten Cate had telefoonnummer 1, Scholten 2; Van Heek had 3 en Hedeman 4; Palthe had 5, Bendien 6; Hofkes had 7; Nijhuis 8, Egger had een geheim telefoonnummer en Ten Bos had 10.
En het geschiedde in die dagen dat er een bod uitging vanwege het consortium van Gilde, Parcom en ABN Amro op alle aandelen TenCate. Een overname diende zich aan. Wie wordt overgenomen of overwonnen, bejegent de nieuwe machthebbers in eerste instantie vaak met een kritische of wantrouwende houding. Was Jezus in de ogen van Herodes al een bedreiging – denk aan de kindermoord van Bethlehem³ – ook de Romeinse machthebbers volgden zijn daden en groeiende aanhang met argusogen. ‘Wat gaat er nu gebeuren met TenCate?’ vroeg ieder zich in gemoede af – wij, de medewerkers, voorop, met in ons kielzog aandeelhouders en andere relaties. En vooral: wat betekent dit voor het hoofdkantoor en voor mijn baan?
Ook ikzelf volgde de ontwikkelingen nauwlettend. Ik heb onderwijs genoten op christelijke grondslag en mijmerde – ofschoon inmiddels gespeend van godsvrucht – indachtig 1 Samuël 12: ‘Tot hiertoe heeft de Heer ons geholpen’. Ook herinnerde ik mij een tekst die te maken heeft met de aankondiging van de Eindtijd, luidende: ‘Op het einde der dagen zult gij vreemde gezichten zien, maar zij verkondigen u niet de waarheid’.
De beoogde overname bezorgde velen van ons mogelijk slapeloze nachten. Voor de COR was het aanleiding zo veel mogelijk afspraken in een convenant vast te leggen. Het consortium nam TenCate in 2016 over, zulks voor aanmerkelijk meer dan 30 zilverlingen.
2018 stond in het teken van afbouwen, overdragen en achterlaten. Voor de een is dat na een kort dienstverband, voor een ander na jarenlange trouw en voor ieder met loyaliteit aan de onderneming. Dat doet pijn, kan boos maken en verdrietig stemmen. Het was immers niet je eigen keuze? Dan is het moeilijk om los te laten. En ook voor wie nog even blijft is het lastig. Verschillende collega’s zijn inmiddels naar elders vertrokken, onder wie een aantal bij een van de dochterbedrijven. Helaas is er niet voor iedereen meer een plaats in de herberg.
Voor sommigen van ons zal het samenzijn vanavond mogelijk voelen als het laatste avondmaal als hoofdkantoor, aan een dis die veel ruimer is voorzien dan de schamel gedekte tafel van Jezus en zijn kompanen. Als we vanavond omzien, mogen we als onderneming én als hoofdkantoor trots zijn op onszelf. We kunnen om te beginnen bogen op een lang en rijk verleden. Na de deconfiture van de textielnijverheid was TenCate uiteindelijk hét textielbedrijf van Almelo en van Twente. Almelo werd dé textielstad. TenCate groeide uit tot een gekend speler in technisch textiel op een vijftal wereldmarkten.
In toenemende mate zullen de diverse onderdelen hun eigen weg gaan. Dat doen ze mede dankzij wat wij en zij die ons voorgingen op het hoofdkantoor al die jaren voor hen hebben gedaan: wat we hebben opgebouwd, ingericht, mogelijk gemaakt, gefaciliteerd en waarin we hen hebben ondersteund. De vergelijking dringt zich op met een grootmacht als Philips. Dat begon ooit met gloeilampen, zoals de KSW en Ten Cate met katoentjes per strekkende meter, en bracht fraaie spin-offs voort, zoals Panalytical, ASML en VDL Enabling Technologies Group. Waarom zou TenCate daar voor onder doen? De onderneming blijft bestaan, zij het in andere gedaante. In die zin is van een eindtijd geen sprake.
Als TenCate verdwijnt uit Almelo stemt dat droef, maar niets is voor de eeuwigheid. De onderneming – en wij dus ook – heeft in belangrijke mate het profiel van Almelo helpen schetsen. De industriële kracht van deze stad is groot. Niet Enschede of Hengelo, nee: in het gebenedijde Twente is Almelo de stad met de grootste technologiedichtheid. We herbergen alleen al 361 technologiegerelateerde bedrijven. Almelo is in Twente de stad van de innovatieve maakindustrie. Almelo heeft ook de meest gedifferentieerde economische structuur van Twente.
‘t Loopt tegen het nieuwe jaar. Het eerste nijpen van de winter kondigt zich eerdaags aan. 2018 is op wat laatste draden na ontrafeld. Straks gaan we uiteen met een ‘tot ziens’ of een ‘vaarwel’. Misschien met een bedrukt gemoed, maar hopelijk ook met gepaste trots en het besef dat we – mét elkaar ¬– iets goeds hebben verricht en nalaten. Laten we ons dat deze Kerst bewust zijn.
¹ Nergens in het evangelie wordt de aanwezigheid van een os en ezel gemeld. Het is zelfs waarschijnlijker dat ze er helemaal niet geweest zijn. Omdat de stallen toch niet in gebruik waren, konden Jozef en Maria er terecht. De os en de ezel zijn er in de loop van de tijd bij gefantaseerd. Al sinds de derde eeuw worden ze afgebeeld. Overigens is os en ezel in het Hebreeuws sjorim cha morim, hetgeen klinkt als ‘schoorwachamoor’. Via het Jiddisch zou dat ons woord schorriemorrie zijn geworden.
² Menigeen gelooft dat de onbevlekte ontvangenis over Jezus gaat. De onbevlekte ontvangenis heeft echter niets te maken met de conceptie van Jezus, maar met die van Maria zélf. Het moment dat Maria, in de schoot van haar moeder Anna, tot leven kwam, is het moment waarop Maria onbevlekt – dus zonder erfzonde – op haar ziel werd ontvangen.
³ Aan de Kindermoord van Bethlehem (beschreven in het evangelie van Mattheus) refereert de rei in Vondels toneelstuk Gijsbrecht van Aemstel: ‘O Kerstnacht, schoner dan de dagen’. Het ging ter gelegenheid van de opening van de Amsterdamse schouwburg van Van Campen rond Kerstmis 1637 in première ging.
O Kerstnacht, schooner dan de daegen,
Hoe kan Herodes ’t licht verdraegen,
Dat in uw duisternisse blinckt,
En wort geviert en aengebeden?
Zijn hooghmoed luistert na geen reden,
Hoe schel die in zijn ooren klinckt.
Hy pooght d’onnoosle te vernielen
Door ’t moorden van onnoosle zielen,
En weckt een stad en landgeschrey,
In Bethlehem en op den acker,
en maeckt den geest van Rachel wacker,
Die waeren gaet door beemd en wey.
Dan na het westen, dan na’et oosten.’
Wie zal die droeve moeder troosten
Nu zy haer lieve kinders derft?
Nu zy die ziet in ’t bloed versmooren,
Aleerze naulix zijn geboren,
en zoo veel zwaerden rood geverft?