skip to Main Content

Met een variatie op Reinhard May: ‘Guten Tag, Kollegen, es wird Zeit für mich zu gehen. Was ich noch zu sagen hätte, dauert eine Zigarre und ein letztes Glas im Stehen’. Of , volgens anderen, ‘dit is de dag die je wist dat zou komen’.

Reeds in mijn prille jaren door mijn ouders gevraagd wat ik later wilde worden, antwoordde ik ‘clown’ en de eropvolgende keer ‘koning’. Toen zij mij de onwenselijkheid van het een en daarna de onmogelijkheid van het ander hadden uitgelegd, besloot ik elke ambitie voorlopig te laten varen. Kind zijn en spelen beviel me bovendien uitstekend. Dat ik uiteindelijk mijn weg en mijn draai zou vinden in de communicatie bleek pas na geruime tijd.

Natuurlijk, er waren voortekenen. Het eerste was dat ik, nog op de kleuterschool gezeten, in een speelkwartier op mijn autoped rondreed om aandacht te vragen voor een mede door mezelf georganiseerd circus, later bij de zandbak. Nee, ik was in die voorstelling niet de clown maar de spreekstalmeester. Latere voortekenen waren het schrijven van artikelen en gedichten voor de schoolkrant en vervolgens universiteits- en wijkkranten.

Het werkzame leven in de communicatie voor een broodheer nam voor mij een aanvang in 1977 als redacteur reisgidsen bij de ANWB in Den Haag en kreeg in 1981 een vervolg bij een uitgeverij in Deventer, waar ik de redactie voerde en de publiciteit verzorgde.

In mei 1990 kwam ik bij TenCate. De onderneming was mij geenszins onbekend. Mijn vader, overigens met dezelfde initialen (F.C.) als ik, is hier ruim dertig jaar werkzaam geweest. Begin jaren tachtig eindigde hij zijn loopbaan als concerndirecteur P&O aan de Egbert Gorterstraat, waar ik zeven jaren daarna begon. Als geboren en getogen Nijverdaller was ik fier op het koninklijk predikaat, door koning Willem III in 1852 immers verleend aan Godfried Salomonson en diens stoomweverij. Tijdens mijn middelbareschooltijd heb ik in de fabrieken vakantiewerk gedaan. Ik voel daardoor een sterke verbondenheid met de onderneming.

Mijn werkzaamheden brachten me op tal van plaatsen en waren vooral schriftelijk van aard. Blauw bloed is het niet geworden of het zou in overdrachtelijke zin zijn: de kleur van inkt. Anders gezegd: ik ben een lettertype.

Ik heb me in mijn werk immer willen kwijten van een correct gebruik van de Nederlandse taal en van zorgvuldige berichtgeving. Mij stoort het nodeloos bezigen van het Engels en van modieuze taal. Begrijp me goed: er is niets tegen Engelse woorden als ze een zinvolle toevoeging zijn. Wel verontrust het mij hoe gemakzuchtig menig landgenoot omgaat met het Nederlands en hoe schaamteloos men Engelse woorden en uitdrukkingen gebruikt, ook onder elkaar. Men heeft het over shinen, goodiebag of bucketlist of tilt zijn relatie naar de next level. Terwijl onze moedertaal zo rijk is. Er staat ons een schat aan woorden en uitdrukkingen ter beschikking.

Daarnaast stel ik me teweer tegen modieuze taal als uit je comfortzone komen, in je kracht gaan staan en een stukje commitment. De vermaledijde flexvlek is mij bespaard gebleven. Het landschap van de publieke spraak is welhaast kaalgevreten. Woorden hollen tegenwoordig steeds machtelozer achter hun betekenis aan.

En wat zorgvuldige berichtgeving betreft: veel nieuws wordt tegenwoordig vaak in allerijl verslagen. Hoor en wederhoor plegen is niet altijd gebruikelijk. Kennis en inzicht leggen het af tegen meningen.

Taal is een levend iets. Ze verandert, al betekent dat helaas de teloorgang van woorden als ooft, noen, struweel en arglistig en werkwoorden als laken, belgen en gispen. Taal laat zich niet vangen in starre en onlogische regels, zoals de Commissie Spelling van de Taalunie voorstaat. Een Engelsman kan Shakespeare nog lezen en begrijpen. Nederlandstaligen begrijpen nog amper iets van Vondel. En dat ligt niet alleen aan de ‘prins der dichters’.

Dan bespaar ik u nog de tekortkomingen van de spellingcontrole en het politiek correct taalgebruik, dat onder meer leidde tot de aftocht van de negerzoen. Jodekoek en blanke vla moeten vrezen voor hun voortbestaan.

Afrondend: ik zie terug op 27 intensieve maar dankbare en plezierige jaren.
Intensief, maar: hard werken voor iets dat we leuk vinden, ontaardt al snel in passie.
Dankbaar omdat ik een wezenlijke bijdrage heb mogen leveren aan onze corporate en interne communicatie.
Plezierig vanwege de aard van het werk èn het contact met tal van collega’s in binnen- en buitenland, onder wie jullie. We zijn allen van voorbijgaande aard. Collega’s bepalen voor de helft het plezier waarmee je je werk doet. Mede door jullie heeft het werk mij immer veel plezier berokkend. Er was vrijwel geen dag dat ik niet goedgeluimd ter zake kwam. Op chagrijn heeft niemand mij ooit kunnen betrappen, zoals mijn biograaf zal bevestigen.

Ik dank jullie en alle anderen met wie ik al die jaren contact heb gehad en heb samengewerkt. Je doet het samen. En jullie maakten het verschil.
Ik hoop dat – om met Geert Mak te spreken – TenCate niet verdwijnt uit Almelo, maar één ding is zeker: F.C. Heldeweg verdwijnt uit TenCate.

Ik wens de bedrijven van TenCate en met name jullie alle goeds.

Coen
Almelo, donderdag 13 april 2017

Back To Top